Normaal heb ik na het verschijnen van een nieuwe bundel een postnatale depressie. Dat was althans de eerste drie keer zo. Ik haalde dan uit mijn medicijnkastje een gedicht van Herman de Coninck, waarin precies staat wat ik voel. Een probaat middel.
1
Zie hoe mijn zachtste
gedachte
als een zevenmaandertje
onder teveel licht
te ademen ligt
in de glazen broeikas
van dit gedicht.
En ik moet buiten blijven staan
en kijken door de ruiten
want ik kan er niet meer aan
(uit Ars poetica)
Maar nu was er de Nacht van het Gedicht, direct volgend op de presentatie van 'God gaf ons apparaten', die zaterdag was. Hoeveel geluk, schoonheid en vriendschap kan een mens in één weekend verdragen? Als ik de afgelopen twee dagen over een heel jaar had kunnen uitsmeren was ik iedere dag een mooi klein beetje gelukkig geweest.
Maar uitsmeren doen we niet en daardoor kreeg ik gisteren een bombardement van mooie, intrigerende en ontroerende werken, uitgevoerd door zeventien kunstenaars die zich hadden laten inspireren door een gedicht uit mijn bundel. Dat gedicht had ik voor hen uitgekozen uit de eerste versie van de bundel. Later, nadat mijn strenge redacteur door de bundel heen was gegaan, moest ik enkele kunstenaars meedelen dat hún gedicht uit de bundel was verdwenen. Twee wilden dan liever een ander gedicht, en twee andere zijn noest doorgegaan met de gewipte gedichten, waardoor er ook fijne verstekelingen aanwezig waren.
Een klein beetje van de avond wordt bewaard op film en gevoelige plaat. In komende logs zal ik de kunstwerken - voor zover mogelijk - aan lezer dezes voorstellen. De afbeelding hierboven is van de installatie van Karola Veldkamp. Ik had haar het titelgedicht 'Het repareren en de oude man' gegeven - het gezondheidstechnisch knutselen aan oude mensen, niet omdat die het willen, maar omdat knutselen nou eenmaal kan. Niks kwaads over knutselen trouwens, zeg ik er voor de zekerheid bij.
Karola had twee rubberen oudemannenhanden gemaakt met daarin het apparaat dat de handen in leven houdt, maar dat eigenlijk met een gebaar terug wordt gegeven, 'dank u'. Het is een aanraakbeeld, we mochten in de vingers knijpen en ze verbuigen. Het was ook een beeld waardoor ik, samen met andere aanwezigen, werd aangeraakt.