Stadsdichtersring
Een bijzonder idee van dichter en edelsmid Wim Groenhart: de Stadsdichtersring. Met de H, de A, nog een A, een R een L een E en een M. In Haarlem-rood en in verschuifbare toestand. Want poëzie, ook stadspoëzie, moet vloeibaar zijn.
Een cadeau, ook nog eens, van de dichter/smid aan de nieuwe stadsdichter, Nuel Gieles, en aan de volgende stadsdichter en die erna. Verstelbaar dus ook, qua formaat. De ring past nu om de vinger van de huidige stadsdichter Nuel, maar zal steeds aangepast worden; zo wordt een keten gevormd van stadsdichters rondom die ring.
Jammer, ging even door mij heen op 7 december, toen het kleinood werd gepresenteerd, dat ik nu net geen stadsdichter meer ben. Maar op mijn rechter (of linker, hoe moest het ook alweer?) revers prijkt een klein juweel dat ik vier jaar geleden van dezelfde dichtlievende edelsmid mocht ontvangen.
Toen ik net aangesteld was als stadsdichter ontving ik tijdens een Woorden in de Waagschaal deze speld.
(foto: Harry van Kesteren)
De S van stadsdichter de H van Haarlem. Tevens, meldde Wim, de S van Sylvia en de H van Hubers. Niks kon toeval zijn. En de S van het Spaarne dat in een mooie krul door de H heenloopt. En een ganzenveer. Ik was letterlijk verguld met dat kleinood, dat ik bij stadsdichtersaangelegenheden als talisman (want je komt nog eens ergens) altijd droeg. Ik hoop dat de nieuwe ring op die manier ook aan het stadsdichterschap in de komende jaren bescherming geeft.