Stadsgedichten 2009
Het Spaarne
is net zo krom als ik
zich slingerend door de stad
- de stad die zich eigenlijk
rondom haar heeft geslingerd
(maar dat is de rivier vergeten).
Ik slinger me ook door de stad
de stad slingert zich om mij
ik slinger wat rond, maak hernieuwd
en hernieuwd kennis met
het Spaarnewater, klets wat
met de Spaarnesteders, terwijl het
Spaarne met mij meeloopt, ze
neemt op, voert weg
voert aan, geeft aan ons
neemt af en toe
een van ons
of alleen onze tas, onze fiets
komt dan weer terug met verhalen
‘ja maar het is door mij dat jullie bestaan!’
En dat is waar
de Haarlemmers
zijn Haarlemmers
omdat zij zich
rondom dat water
hebben gegaard
December 2009- voor Spaarne-expositie in het ABC architectuurscentrum.
DE STADSRECHTEN VAN HAARLEM
Vandaag was ik tezamen
met de stadsrechten van Haarlem
Vel van 764 jaar oud schaap
en ik
en letters
bepalingen, recht
Ik raakte met één vinger
zacht het perkament
vingerafdruk op vingerafdruk
van deze of gene in het zeer
verre verleden
Willem II, de schout, de schepenen
en ik
En een zegel
bezegelde rechten
van 764 jaar oude mensen
in een kartonnen doos
archiefnummer 11 en 12
deze kant boven
doos dicht, stadsrecht
weer terug in rek
En ik
in het verre heden
heb nog heel even
naar de doos gekeken:
de burgerziel
toen eindelijk beschermd
23 november 2009, bij de 764ste verjaardag van Haarlem.
VOOR HAARLEM
Ik droomde me een man als een kunstwerk
en ik moest naar Haarlem gaan
Ik droomde van Oude Meesters, op een vingerknip
beschikbaar, om de hoek van de straat
en ik moest naar Haarlem gaan
Ik droomde me kunstenaars in galeries
kunstenaars op terrassen, kunstenaars als vrienden
en ik moest in Haarlem zijn
Ik droomde vaten vol kunstig bier
door bierkunstenaars gebrouwen en ik moest
in Haarlem drinken
Ik droomde me een stad die niet bestaat
een stad als een kunstwerk, uitgevouwen
over de grond door vaardige creatoren
een stad waarin ik rond zou lopen
o en ah zou zuchten
ik droomde me een stad
die bestaat
van mooi
10 november 2009- bij de bekendmaking van Kunststad van het jaar 2010 in de Gravenzaal op 10 november 2009, waarbij ook Haarlem was genomineerd. Haarlem was zelf Kunststad 2008/2009.
ZOO HAERLEM
Haarlem is duizend bloemen op mijn hoed
een zeereep in mijn gemoed, Bomans
onder mijn oksel – die me af en toe groet
met een kwinkslag.
Haarlem is fietsen op de Grote Markt
en stampvoeten om een parkeerplaats
oude heerengeesten die tevreden achter
rijk geornamenteerde gevels zuchten.
Haarlem is oud, waar nieuw op kan bouwen
wortels zo diep als de Bavo hoog is – dat
benne pas fundamenten, vriendelijke mensen
met kleuren van welk oog dan ook.
Haarlem is een dorp, met heel veel mooie
mevrouwen - waarmee niemand durft te trouwen
Joop loopt hier rond en Adriaan maalde
hier op de wind om te brouwen.
Wie Haarlem bewandelt die gaat van haar
houden, wie er niet woont die droomt ervan,
wie hier droomt gaat over tot daden:
wie Haarlemmer is, kan Haarlem bevolken;
zooalsch hier het Volk is, zoo zal Haerlem zijn!
30 juni 2009
GEEN BRUG TEVEEL
Er is niet één brug teveel op de wereld.
Bouw een brug, verbind twee oevers
en - of je een goede of een slechte brug
gebouwd hebt - of iets gesloopt hebt
- iets niet hebt voorzien:
de mensen gaan eroverheen.
Dat is de brug: dat de mensen eroverheen gaan.
Dat zijn de mensen: ze willen over een brug.
Bouw in je hoofd een brug
bouw in je hoofd twee bruggen, bouw
in je hoofd drie, bouw honderdduizend bruggen
van beton, staal, katoen, piepschuim, blik,
aanlegsteigers, lucht, miljoenen en inkt
en als je het zat wordt
loop er dan eens even overheen
Juni 2009 - gepubliceerd in ‘Met de stroom mee, het Spaarne van pontje tot sluis’ van Richard Stekelenburg.
DE LAATSTE EXPOSITIE
In een kerk zonder geloof
het geloof terugbrengen, het
neerzetten, ophangen, vertellen.
Het geloof is gezegd. Het is
gezien gehoord gezwegen.
Het wordt weer opgeruimd.
In de kerk zonder geloof
komen de scheurenherstellers
de dakbekleders, de fundamentenexperts.
Onder hun helmen als gewelven
schuilen de naar Zijn beeld geschapenen
en de naar Zijn beeld geschapenen
doen hun werk.
Gaaf wordt de kerk. Gaaf.
Een gaaf Godshuis – maar dan zonder
Schepper, redder. Patat
zonder mayonaise – is nog steeds lekker.
Zolang er niet wordt gehandeld,
gedanst, gekapt, gegokt en gebrouwen
is de Bakenesserkerk één
van onze liefste gebouwen.
Gemeente zij lof: op ons oudste plekje
schept zij – zo logisch –
een archeologische Hof
15 maart 2009 - bij de aankoop en restauratie door de gemeente van de 15de eeuwse Bakenesserkerk, waar sinds kort de afdeling Archeologie van Haarlem en een Publieksinformatiecentrum zijn ondergebracht. De laatste tijdelijke expositie van beeldende kunstvereniging KZOD had als thema: ‘Ik geloof…’.
GEEN A ZIJN
Toen de boekdrukkunst uitgevonden moest worden
werd de boekdrukkunst uitgevonden. Hier en daar
werd de boekdrukkunst uitgevonden.
Toen de boekdrukkunst eenmaal uitgevonden was,
gingen de mensen lezen. Toen er gelezen werd,
werd men blij. Van het lezen. Over de hele wereld
werd men blij van het lezen en men wilde de
uitvinders van de boekdrukkunst eren. Het liefst een
in eigen land. Sommige landen hadden geen
uitvinder van de boekdrukkunst (misschien wel een
uitvinder van de drukletter, maar dat is nog geen
boekdrukkunst. Neen). Ons land had er wel een.
En in de stad waar de boekdrukkunst voor het eerst
werd gebezigd richtte men een standbeeld op.
Voor de vinder, de eerlijke vinder van de boekdrukkunst.
Coster drukt
een A op de Grote Markt
een A op de passanten
een A op alle baby’s
een A op de haringen van Lijnzaat
een A op mij als ik langsfiets, bedenk
dat ik geen A wil zijn, meer neig naar
een weldoorvoede B
een rondcirkelende C
of een zacht slapende Z – die ik gelukkig
vind aan de andere kant van de kerk
11 februari 2009 - bij het standbeeld van de vermeende Haarlemse uitvinder van de boekdrukkunst Laurens Janszoon Coster, geschreven voor de Ampzing Broodkast stadsdichtersverkiezingsavond.